Persbericht

Europese Landbouwraad

De Europese Landbouwraad, die op dinsdag 15 november vergaderde, heeft het verslag gepresenteerd van de taskforce “landbouwmarkten”, alsook een studie over de mogelijke gecumuleerde effecten van de vrijhandelsonderhandelingen op de landbouw.

Taskforce “landbouwmarkten”

 

Een onafhankelijke groep, voorgezeten door voormalig Nederlands minister van Landbouw Cees Veerman, heeft gedurende 11 maanden gewerkt aan de oplijsting van een reeks aanbevelingen die op korte of middellange termijn uitgevoerd zouden kunnen worden, maar ook structureler door de Commissie of de lidstaten bij de uitvoering van het volgende GLB.

 

De vaststellingen van deze taskforce waren in het bijzonder de volgende:

 

1.      Een behoefte aan een grotere prijstransparantie tussen de verschillende actoren in de voedselketen. De groep heeft gepleit voor een betere kennis van de marges van de tussenpersonen en vraagt een monitoring van de evolutie daarvan.

2.      Een bevordering van de risicobeheersingsinstrumenten (waaronder de termijnmarkten) die relatief weinig gebruikt worden door de landbouwers. Volgens het consortium van deskundigen, moet het gebruik van deze specifieke instrumenten bevorderd worden in het volgende GLB.

3.      Een behoefte om de strijd aan te gaan met oneerlijke handelspraktijken. De deskundigengroep heeft gepleit voor een reeks aanbevelingen op dit niveau, waaronder met name:  

·         de invoering van een maximale betaaltermijn,

·         de bevordering van het onderzoek in geval van oneerlijke praktijken,

·         de verzekering van de anonimiteit van de stakeholders in geval van een klacht,

·         de invoering van een grote sanctiecapaciteit in geval van vaststelling van illegale praktijken.

4.      De noodzaak van schriftelijke en transparante contracten tussen de verschillende actoren in de voedselketen, wat niet altijd het geval is in België en in de Europese Unie.

5.      Een gebrek aan harmonisatie van de benaderingen van de nationale mededingingsautoriteiten. Volgens de deskundigen moeten de regels absoluut verduidelijkt en geharmoniseerd worden.

6.      Een behoefte aan een grotere contractualisering tussen de actoren in de keten. Het is ook noodzakelijk om de groepering van producenten te bevorderen om hun krachtsverhouding ten aanzien van de andere actoren in de keten te verbeteren.

7.      Tot slot stelt de taskforce in hoofde van bepaalde landbouwers problemen inzake financiering vast bij hun bankinstelling of inzake toegang tot kapitaal. De taskforce pleit eveneens voor een vereenvoudiging van de toegang tot financiering via de Europese Investeringsbank.

Federaal minister van Landbouw en Maatschappelijke Integratie Willy Borsus verklaarde het volgende: “Deze studie is een uitgangspunt. We moeten nu voortgaan om de marktpraktijken aan te passen, om de positie van de producenten te versterken, met als doel eindelijk correcte en stabielere prijzen te krijgen. Daarvoor lijken mij extra marktstabiliserende instrumenten onontbeerlijk.”

 

Het volledige verslag: http://ec.europa.eu/agriculture/agri-markets-task-force/improving-markets-outcomes_en.pdf

 

Gecumuleerde effecten van de vrijhandelsonderhandelingen op de landbouw

 

Tijdens dezelfde Raad heeft de landbouwcommissaris aan de lidstaten de langverwachte studie gepresenteerd van de Europese Commissie over de gecumuleerde effecten van de vrijhandelsonderhandelingen op de Europese landbouw.

 

Deze studie biedt een prognose van de Europese export en prijzen van landbouwproducten tot in 2025 op basis van de gecumuleerde impact van de recent afgesloten vrijhandelsakkoorden (Vietnam, Canada), waarbij verondersteld werd dat alle akkoorden waarover nog onderhandeld wordt, tegen dan van kracht zullen zijn (Australië, Japan, Thailand, landen van de Mercosur, Mexico, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten, Filippijnen, Turkije).

 

We moeten preciseren dat deze studie geen rekening houdt met de verwijdering van de niet tarifaire barrières (sanitair, technisch,…) en zich baseert op verschillende scenario’s.

 

De commissaris heeft in eerste instantie herhaald dat de Europese export van agrovoedingsproducten goed is voor 129 miljard. De studie concludeert dat de impact zeer verschillend is van landbouwsector tot landbouwsector.

 

Wat betreft de positieve impact, voorziet de studie immers een toename van de export van kaas met 33% en een prijsverhoging met 9% in het meest gunstige scenario. Ook de export en de prijzen van varkensvlees en granen zouden kunnen stijgen.

 

Bepaalde producten zoals rundvlees en rijst zouden daarentegen veel kwetsbaarder zijn en harder getroffen worden door deze akkoorden.

 

Volgens commissaris Hogan weerspiegelen de conclusies van deze studie de verwachte effecten niet, omdat de meest pessimistische scenario’s volledige liberaliseringen voorzien en geen rekening houden met de verwijdering van de technische barrières.

 

Parallel met deze akkoorden ziet commissaris Hogan een robuust GLB post 2020 met respect voor de uitdagingen, in het bijzonder op het vlak van milieu en klimaat. Commissaris Hogan verklaarde ook dat het onderwerp in detail behandeld zal worden tijdens de Europese Landbouwraad in januari 2017.

 

Federaal minister van Landbouw en Maatschappelijke Integratie Willy Borsus zei het volgende: “Het gaat om een eerste studie van de mogelijke gecumuleerde effecten van de vrijhandelsakkoorden. Zij toont duidelijk positieve perspectieven, maar dat ook uiterste waakzaamheid geboden is voor bepaalde sectoren. De Commissie moet ook volledig transparant zijn in de verschillende onderhandelingsfases. Afspraak in januari voor een grondig onderzoek van dit verslag.”

 

Het volledige verslag: http://ec.europa.eu/agriculture/trade-analysis/impact-assessment/cumulative-fta-study_en.pdf