Persbericht

Er komen steeds meer exportmarkten voor landbouwproducten bij

Minister van Landbouw Willy Borsus heeft van bij het begin van de legislatuur van de export van landbouwproducten één van zijn prioriteiten gemaakt. Vandaag maakt hij het bilan op van 2 jaar werk van de cel “export” van het FAVV.

            

Om landbouwproducten te kunnen exporteren, is een validatie door de bevoegde autoriteiten onontbeerlijk voor zeer veel derde landen. Daarom heeft de minister de cel “export” van het FAVV iets meer dan een jaar geleden versterkt en heeft hij aanzienlijke bedragen vrijgemaakt om het “Foedex”-programma uit te voeren. Het doel van de minister is zeer duidelijk: de export een boost geven.

 

Foedex-programma operationeel sinds 1 januari 2016

Het “Foedex”-programma, dat bestaat uit een enveloppe van 1,5 miljoen euro per jaar, heeft het mogelijk gemaakt om het personeelsbestand van de cel “export” van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen te verdubbelen (vandaag 18 mensen), maar ook om een website in het Engels te ontwikkelen die tot doel heeft om de operatoren en de buitenlandse diensten te informeren en zo de export te faciliteren. De ontwikkeling van “Foedex” en deze verdere professionalisering zijn erop gericht om het groeiend aantal exportdossiers op een efficiënte manier te behandelen, wat één van de prioriteiten is van de regering.

 

Resultaten

Sinds begin 2016 werden er 36 bilaterale akkoorden (of certificaten) afgesloten, waaronder 17 nieuwe marktopeningen, met 19 derde landen. Daarnaast zijn er momenteel 112 marktopeningsdossiers in behandeling.

Hieronder vindt u een overzicht van de nieuwe marktopeningen:

 

In 2016 heeft ons land de erkenning gekregen van een aantal derde landen voor de export van met name:

  • varkensvlees naar Uruguay, India en de Filippijnen;
  • rundvlees naar Turkije, Servië, Saoedi-Arabië en de Filippijnen;
  • pluimveevlees naar Singapore;
  • peren naar Israël;
  • melk en zuivelproducten naar Bosnië-Herzegovina;
  • enz.

 

In 2017 werd de Braziliaanse markt geopend voor de perenproducenten. De sector is van mening dat deze opening het mogelijk zou moeten maken om tot 25.000 ton peren per jaar te exporteren.

 

Lopende werkzaamheden

Bovendien wordt onderhandeld over een aantal belangrijke dossiers (niet-exhaustieve lijst):

  • Voor rundvlees, dat nog steeds onderworpen is aan een embargo in bepaalde derde landen na de detectie van gekkekoeienziekte (BSE – Boviene Spongiforme Encefalopathie), zijn de sanitaire discussies aan de gang voor de opening van meerdere markten. Laten we de voorbeelden vermelden van het bezoek van inspecteurs van Vietnam en Taiwan eind 2016, die aantonen dat deze dossiers in een vergevorderd stadium zijn. Er zijn ook gesprekken aan de gang met Maleisië, Japan, China en de Verenigde Staten.
  • Voor varkensvlees verwachten wij binnenkort het verslag van het bezoek van de Chinese inspecteurs die in december gekomen zijn en hopen wij op een uitbreiding van de toegang tot deze markt dit jaar.
  • Wat de fruitsector betreft, werkt het FAVV, na de opening van de Braziliaanse markt, ook in nauwe samenwerking met de sector om zo snel mogelijk de fytosanitaire barrières weg te werken die de export van Belgische peren naar Vietnam belemmeren.

 

Minister Borsus is tevreden met deze resultaten: “In 2016 werden 36 akkoorden afgesloten om de export van bepaalde landbouwproducten mogelijk te maken. Dat is een uitstekende zaak voor onze Belgische producenten. Met een totale Belgische export van bijna 29 miljard euro is de agrovoedingssector een belangrijke handelssector. Onze producenten hebben een grote nood aan export om rendabel te zijn en de prijzen te behouden. Ook wil ik het werk, de efficiëntie en de gemotiveerdheid van de cel “export” van het FAVV huldigen. Ik ben ervan overtuigd dat het beste nog moet komen op het vlak van export.”

 

Bovendien werd op vraag van de landbouw- en agrovoedingsfederaties de voorbije maanden bij Buitenlandse Zaken een taskforce “Exportmarkten” ontwikkeld. Dit platform, dat de overheid en de sectoren samenbrengt, maakt een vlotte informatiedoorstroming mogelijk door de verschillende administraties die te maken hebben met export samen te brengen, waaronder Buitenlandse Zaken, de gewestelijke exportbevorderende instanties (FIT & AWEX), maar ook het FAVV. Een van de lopende projecten van deze taskforce is de uitwerking van een roadmap die de prioritaire markten definieert.  

 

Minister Borsus is van mening dat het nodig is om alle middelen aan te wenden die wij ter beschikking hebben om deze exportdossiers tot een goed einde te brengen, en deze taskforce draagt daaraan bij, in het bijzonder door het mogelijk te maken de link te leggen met officiële of diplomatieke missies, zowel in België als in derde landen.  

 

Laten we bij wijze van voorbeeld opmerken dat minister Reynders het voornemen heeft om het onderwerp van de opening van de Vietnamese markt voor de import van Belgisch rundvlees aan te kaarten tijdens zijn volgende bezoek aan Vietnam begin april.

 

Cijfers

  • In de Belgische export van agrovoedingsproducten in 2015, werd 15% van de producten geëxporteerd naar derde landen (buiten de Europese Unie) en 85% naar Europese landen (waarvan 70% naar onze buurlanden: FR, UK, DE en NL).   

 

  • De exportcijfers van de sector kennen sinds 2000 een bijna voortdurende stijging. De toename van de export van producten uit de Belgische agrovoedingsindustrie (+86,1%) was sterker dan de toename van de totale export tussen 2000 en 2014 (+74,0%).

 

  • In diezelfde periode is de Belgische handel in agrovoedingsproducten buiten de EU-27 meer dan verdubbeld (+133,4%), terwijl de export binnen de EU-27 met 79,2% toenam.

             

Figuur : Evolutie van de exportcijfers

 

  • In 2014 bekleedde de agrovoedingsindustrie een belangrijke plaats in de totale Belgische export (8,2% van de totale uitgevoerde waarde). Dat aandeel was groter dan dat van Duitsland (4,9%) en de eurozone (7,5%), wat erop wijst dat België meer gespecialiseerd is in de export van dit type producten. Frankrijk (9,7%) en Nederland (9,6%) exporteerden daarentegen meer van deze producten in verhouding met het totaal van hun respectievelijke export.

 

  • De agrovoedingsindustrie bestaat voor wat de export betreft uit vijf belangrijke sectoren, die samen 76,4% van de totale export van de agrovoedingsindustrie vertegenwoordigen. Het gaat om de sector chocolade, suiker en andere voedingsmiddelen (22,3%), fruit en groenten (18,8%), vlees (14,9%), zuivelproducten (11,4%) en dranken (9,0%)[1].