De ministers Marghem, Borsus en De Block lanceren een ambitieus ‘Bijenplan’
Minister van Leefmilieu Marie Christine Marghem en minister van Landbouw Willy Borsus hebben woensdag de grote lijnen onthuld van hun ‘Federaal Bijenplan’.
De sleutelrol van bestuivers voor de welvaart, de biodiversiteit en het welzijn van de menselijke samenlevingen moet vandaag niet meer worden aangetoond. Volgens het Inra[1] is 35% van de wereldproductie, vooral fruit, groenten en oliehoudende gewassen, het resultaat van een bestuiving door insecten, en vooral door bijen.
Daarom voorziet de federale regering vandaag in een ambitieus ‘Bijenplan’ dat een reeks zeer concrete acties bevat voor alle actiehefbomen van de federale overheid. Concreet is het ‘Federaal Bijenplan 2017-2019’ het resultaat van een nauwe samenwerking tussen drie ministers (Volksgezondheid, Leefmilieu en Landbouw), hun administraties en de sector.
Het volledige plan zal voorgesteld worden aan de betrokken sectoren tijdens een nationaal colloquium op 15 mei in het Museum voor Natuurwetenschappen (Brussel). De ministers hebben de voornaamste elementen ervan nu woensdag echter al toegelicht.
Het federaal Bijenplan 2017-2019 bevat 8 luiken:
1) Het verbeteren van de beschikbaarheid van diergeneeskundige producten die nodig zijn voor bijenverzorging en het versterken van de rol van de dierenarts in het beheer van de bijengezondheid, namelijk:
- de invoering van de mogelijkheid tot diergeneeskundige begeleiding bijen voor de imkers. Deze begeleiding betreft varroase, één van de belangrijkste oorzaken van bijensterfte. Voor de imkers die zullen instemmen met deze vrijwillige samenwerking met de dierenartsen, zal een opvolging en een gepersonaliseerde behandeling worden voorzien voor hun bijenkolonies. Het gaat om een aanpak gebaseerd op pragmatisme, vertrouwen en de samenwerking tussen de imker en de dierenarts voor de diergeneeskundige begeleiding bijen. Hoe meer imkers instemmen met deze aanpak, hoe meer de gezondheidsstatus van de bijen globaal zal verbeteren in ons land. In dit kader heeft de minister al een budget vrijgemaakt van 100.000€ om deze diergeneeskundige begeleiding te financieren. Dit zal vorm krijgen door een bedrag van 75€ dat elke imker zal ontvangen die een overeenkomst voor bijenbegeleiding ondertekent met een dierenarts.
- de afschaffing van de heffing voor de toelating voor het op de markt brengen van diergeneeskundige geneesmiddelen voor bijen…
2) Ontwikkeling van instrumenten voor de verbetering van de strijd tegen bijenziekten: naast de diergeneeskundige begeleiding die een instrument zal zijn in de strijd tegen de varroamijt, werden er andere onderzoeksprojecten gefinancierd, waarvan de resultaten een betere bestrijding mogelijk moeten maken van bijenziekten, zoals de projecten Bee Best Check, Varresist, en andere.
3) Invoeren van een monitoring van de sterfte van honingbijen en het verbeteren van het inzicht in de veronderstelde oorzaken van deze sterfte
Het FAVV heeft sinds het najaar van 2016 een bewakingsprogramma ingevoerd voor de bijengezondheid, genaamd “Healthy Bee”, op vraag van minister Borsus. Het hoofddoel van het programma is om de bijensterfte op objectieve wijze en over meerdere jaren in kaart te brengen. Bovendien zullen de mogelijke verbanden tussen de sterfte van bijen en de oorzaken die het vaakst worden aangehaald onderzocht worden. Op basis van de verkregen informatie, zal de overheid het bijengezondheidsbeleid verder kunnen uitstippelen.
4) Identificeren, evalueren en beheren van de risico’s verbonden aan gewasbeschermingsmiddelen
Het gaat erom een voortdurende en verscherpte aandacht te ontwikkelen ten aanzien van de risico’s voor bestuivers in het kader van de evaluatie van gewasbeschermingsmiddelen, waaronder met name neonicotinoïden.
5) Voorkomen van risico’s verbonden aan de introductie van invasieve soorten of het handelsverkeer van bijen
Het plan voorziet bewakingsprogramma’s voor de kleine bijenkastkever, preventie- en uitroeiingsmaatregelen voor de Aziatische hoornaar (onder andere).
6) Herziening van de reglementering inzake distels
7) Sensibiliseren en handelingen ten voordele van de bestuivers aanmoedigen: ontwikkelen van gerichte communicaties in deze zin.
8) Versterken van het overleg en de nationale coherentie, in coördinatie met de gewesten.
Achter deze acht luiken schuilen vier ambities van de regering:
- de imkers helpen;
- de diepere oorzaken van het probleem van de bijensterfte beter begrijpen;
- de risico’s beter beheersen;
- alle betrokken actoren mobiliseren.
Om haar ambities waar te maken, bundelt de federale regering haar krachten in de Taskforce die de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, het FAVV en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten samenbrengt. De verschillende hefbomen van de federale overheid – dierengezondheid, productnormen, duurzaam gebruik van de biodiversiteit, de volksgezondheid en het wetenschappelijk onderzoek verbonden aan deze bevoegdheden – zullen zo aangewend worden.
Minister van Landbouw Willy Borsus zei het volgende: “Ik wens van de gelegenheid gebruik te maken om alle actoren te bedanken die gedurende twee jaar aan dit ambitieuze plan hebben gewerkt dat me bijzonder na aan het hart ligt. Sommige specialiteiten van bij ons zouden niet meer beschikbaar zijn zonder de tussenkomst van de bijen. Denk maar aan de aardbeien van Hoogstraten, aan onze honing, onze komkommers, maar ook onze talrijke appel-, peren- en kersenboomgaarden die geen vruchten meer zouden kunnen voortbrengen zonder een kruisbestuiving. De goede gezondheid van de bijen is voor mij dus een prioriteit. Zij dragen bij aan de rijkdom van onze teelten, alsook aan de gezondheid en het welzijn van de mens. Dit plan is in het bijzonder gericht op de 10.000 imkers van België opdat wij allemaal samen de bijensterfte kunnen terugdringen.”
Minister van Leefmilieu Marie Christine Marghem preciseerde als volgt: “Meer dan 75% van de voornaamste planten die geteeld worden en meer dan 90% van de wilde zaadplanten hangen af van bestuivers. Bijen staan garant voor onze biodiversiteit. Op basis van deze vaststelling engageer ik me actief voor het overleven van de bijen, een overleven dat een economische vraag doet rijzen. Daarom heb ik een bijzonder budget gevraagd om de economische impact te meten van de bestuivers in België.”
[1] Het Institut national de la recherche agronomique (Nationaal Instituut voor Agronomisch onderzoek - Frankrijk)