Persbericht

De maatregel “nulbijdrage” is een succes: 16.393 primo-werkgevers hebben ervan genoten in 2016 (of +54%)

De laatste cijfers van de RSZ bevestigen het nog maar eens: het aantal primo-werkgevers (= zelfstandigen die voor het eerst aanwerven) heeft in 2016 de kaap overschreden van 30.000. Het gaat dus om een toename met 28% in vergelijking met het jaar daarvoor.

Onder hen hebben 16.393[1] kunnen genieten van de vermindering nulbijdrage op de eerste aanwerving, of een toename met 54% in vergelijking met 2015[2]

“Deze resultaten bevestigen het succes van de maatregel van de schrapping van de voornaamste werkgeversbijdragen. In de eerste plaats verheug ik me over deze 30.024 werkgevers die de stap hebben kunnen zetten naar aanwerving. Maar ik verheug me nog meer over het feit dat 16.393 werkgevers rechtstreeks hebben kunnen genieten van de vermindering voor het leven. We moeten natuurlijk de werkgevers blijven informeren over de voordelen van deze voorziening opdat er nog meer van gaan genieten”, preciseert minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO’s Willy Borsus.

Maggie De Block, minister van Sociale zaken en Volksgezondheid: « Dankzij de maatregelen van de taxshift, en in het bijzonder de vermindering van de werkgeversbijdragen voor de eerste aanwervingen, merken we dat er in 2016 veel meer jobs zijn gecreëerd dan in 2015. Dit is de beste manier om de mensen te versterken en om hen veerkracht te geven: werken is en blijft de beste bescherming tegen armoede. Daarnaast is het ook de beste manier om de financiering van de sociale zekerheid te garanderen. »

Wanneer we kijken naar de uitsplitsing van deze 30.024 primo-werkgevers naar Gewest, stellen we een toename vast met 24% voor het Vlaams Gewest, met 23% voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met 36% voor het Waals Gewest.

Ter herinnering, alle werkgevers die een eerste werknemer aanwerven tussen 1 januari 2016 en eind 2020 zullen van een vrijstelling voor de voornaamste sociale werkgeversbijdragen voor het leven op deze eerste werknemer. Deze bepaling heeft tot doel om een maximaal aantal zelfstandigen te helpen de “eerste stap” naar aanwerving te zetten. We willen eraan herinneren dat deze maatregel verbonden is aan de eerste arbeidsplaats, niet aan de persoon die de job uitvoert. De vrijstelling blijft dus verworven, ook als deze werknemer zijn job opzegt en vervolgens vervangen wordt.

Het verschil tussen het aantal primo-werkgevers en het aantal werkgevers dat de maatregel “nulbijdrage” heeft kunnen genieten, kan worden verklaard aan de hand van het feit dat niet alle primo-werkgevers heeft kunnen genieten van de maatregel. Het heeft soms eenvoudigweg te maken met het profiel van de werkgevers/werknemers, met een identieke technische bedrijfseenheid, enz.

We moeten ook opmerken dat de maatregel eenvoudig is vanuit administratief perspectief omdat er geen specifieke voorafgaande voorwaarden zijn voor de aanwerving van de persoon (leeftijd, werkloos…).

Elke zelfstandige die van deze maatregel wil genieten, kan zich richten tot een sociaal secretariaat om de voorwaarden te achterhalen of een kostensimulatie te laten uitvoeren.

 

 

 



[1] Dit cijfer houdt rekening met de gegevens geregistreerd op 01/04/2016.

[2] Situatie in het 4de kwartaal van de jaren 2015 en 2016