Gemeenschappelijke verklaring – Gäichel IX 04/07/2016
Op 4 juli 2016 vond in Gäichel, onder het gezamenlijke voorzitterschap van de heren eerste ministers Xavier Bettel en Charles Michel, de 9de gezamenlijke vergadering van de Belgische en de Luxemburgse regeringen plaats. Deze ontmoeting past in de intussen sterk ingewortelde traditie van ontmoetingen tussen de twee regeringen, die begon met de Gäichel van 28 april 2004.
De vergadering van de twee regeringen vond plaats op een beslissend moment voor de toekomst van Europa. Het Europese project, dat een uitdrukking is van onze fundamentele waarden en borg staat voor vrede en economische en sociale vooruitgang voor de bevolking en voor de rol van Europa in de wereld, wordt nu binnen de Europese Unie zelf in twijfel getrokken.
De veiligheid van onze burgers wordt op de helling gezet door een blind terrorisme dat zonder enig onderscheid onschuldige mensen treft. België heeft dit enkele maanden geleden zelf op de meest wreedaardige manier moeten ondervinden.
De onstabiele toestand aan de grenzen van Europa confronteert ons met crisissen die grote groepen mensen op de vlucht drijven, op zoek naar bescherming en asiel in onze landen, en doet tegelijkertijd de solidariteit tussen Europeanen op haar grondvesten daveren.
Onder deze moeilijke omstandigheden is het belangrijk dat we ons samen inzetten voor de verdediging en de ontwikkeling van de waarden die ons nauw aan het hart liggen en die de basis vormen van onze democratische maatschappijen.
De bijzonder diepgaande en oude banden tussen België en Luxemburg vormen een essentiële factor in dit engagement voor een sterk Europa dat onze burgers ten goede komt. De twee regeringen spreken af om hun samenwerking nog te versterken rond de thema’s die hun toekomst aanbelangen.
*****
De twee regeringen betreuren ten zeerste het feit dat het Britse volk zich heeft uitgesproken tegen het behoud van het Verenigd Koninkrijk binnen de Europese Unie. Deze beslissing heeft gevolgen voor de Europese Unie en treft ook heel specifiek Luxemburg en België als partners van het Verenigd Koninkrijk.
Ze staan volledig achter de verklaring die de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie hebben goedgekeurd op 28 juni 2016.
Als gevolg van de beslissing van het Britse volk zijn de twee regeringen van mening dat de overeenkomst die de Europese Raad in februari 2016 heeft bereikt, nu achterhaald is. De relevante bepalingen van het Verdrag over de Europese Unie, met name artikel 50, voorzien in een mechanisme van vrijwillige terugtrekking van een land uit de EU en maken een geordend en geregeld vertrek mogelijk. In dat kader is het belangrijk dat het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad zo snel mogelijk informeert over zijn intenties. Er kunnen geen formele of informele onderhandelingen van start gaan vóór het Verenigd Koninkrijk deze notificatie heeft gedaan.
De twee regeringen, stichtende landen van de Europese Unie, blijven er diep van overtuigd dat de Europese Unie een uniek en onontbeerlijk kader biedt om waarden als het respect voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat, alsook het respect voor de mensenrechten, te bevorderen. Ze zijn er eveneens van overtuigd dat de Europese Unie het meest aangewezen kader is om het welzijn van de burgers in Europa te bevorderen, om de hoge standaarden van de sociale bescherming te verzekeren en om bij te dragen tot vrede en stabiliteit in de wereld. Ze herbevestigen met klem hun gemeenschappelijk engagement voor de Europese Unie.
Vandaag wordt Europa geconfronteerd met enorme uitdagingen in een geglobaliseerde wereld. De twee regeringen zijn ervan overtuigd dat de Europese Unie zich meer moet inzetten om de veiligheid van haar burgers tegenover externe en interne dreigingen te garanderen, een stabiel en solidair kader te creëren om de migratie- en vluchtelingenstromen te beheren, de groei en de creatie van kwaliteitsvolle jobs te stimuleren en verder te werken aan de voltooiing van de Economische en Monetaire Unie.
De burger vormt de kern van het Europese project. De twee regeringen staan voor een Unie die dichter bij de burgers staat. In overeenstemming met hun tradities en overtuigingen zullen ze erover waken dat in alle beleidsbeslissingen van de Unie beter rekening wordt gehouden met het reële en directe belang van de burgers.
De twee regeringen hechten eveneens bijzonder veel belang aan de rechtsstaat binnen de Europese Unie en de invoering van een periodieke doorlichting in verband met dit thema.
Beide regeringen drukken hun volle vertrouwen uit in een gemeenschappelijke Europese toekomst. Ze zullen nauw overleg plegen met het oog op de informele top die gepland is in Bratislava op 26 september e.k.
*****
De Belgische en Luxemburgse regeringen hebben ook van gedachten gewisseld over de internationale actualiteit.
Oorlogen en vervolgingen hebben geleid tot het grootste aantal ontheemden sinds de tweede Wereldoorlog. Hun aantal wordt door het Hoog Commissariaat voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties geraamd op meer dan 65 miljoen. In deze context zijn België en Luxemburg van mening dat een gemeenschappelijk Europees beleid onontbeerlijk is op het vlak van de migratie. Dat moet steunen op solidariteit, met name via geloofwaardige en permanente bijdragen van alle lidstaten aan het hervestigings- en relocalisatiebeleid. In dit verband hebben we eveneens een akkoord bereikt over de coördinatie van onze inspanningen in het kader van de detachering van experten naar de agentschappen EASO, Europol en Frontex.
De verklaring EU-Turkije van 18 maart werpt vruchten af. De dagelijkse toevloed in de oostelijke Middellandse Zee is van een paar tienduizenden personen per dag in 2015 gedaald tot een vijftigtal vandaag. België en Luxemburg ondersteunen de concrete en wederzijdse uitvoering van de engagementen die de partijen zijn aangegaan om de situatie op een van de belangrijkste migratiekanalen naar Europa te stabiliseren. Daarenboven heeft de Commissie voorgesteld om versterkte partnerschappen aan te gaan met bepaalde derde landen om de achterliggende oorzaken van de migratie aan te pakken, waarbij de prioriteit gaat naar een efficiënter terugkeerbeleid.
Luxemburg en België steunen de invoering van versterkte opschortingsmechanismen voor de visumliberalisering op het niveau van de Europese Unie.
Tijdens hun opeenvolgende voorzitterschappen van de Raad van de Europese Unie hebben Luxemburg en Nederland vooruitgang kunnen boeken in hun werkzaamheden rond de migratiekwesties. We vermelden in het bijzonder het compromis dat werd bereikt met het Europees parlement inzake het Europese Agentschap voor grens- en kustwachten (Frontex) of nog de start van de onderhandelingen om de controles aan de buitengrenzen van de Schengenruimte te versterken.
*****
Op het Europese niveau is de samenwerking in het kader van de strijd tegen het terrorisme grondiger geworden, vooral na de aanslagen van Parijs en Brussel. De gevoelige operationele inlichtingen inzake terrorisme circuleren beter binnen de EU en de samenwerking met het “Counter Terrorism Center” van Europol en met Eurojust is intensiever geworden. Onder het voorzitterschap van Luxemburg en van Nederland werden belangrijke maatregelen genomen om de controles aan de buitengrenzen te versterken en de informatie-uitwisseling te optimaliseren.
Tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 10 juni 2016 hebben de ministers een roadmap goedgekeurd om de informatie-uitwisseling op het vlak van justitie en binnenlandse zaken en de interoperabiliteit van Europese en internationale systemen en databanken te versterken. België en Luxemburg zullen dergelijke initiatieven om de Europese samenwerking in de strijd tegen het terrorisme te versterken, blijven ondersteunen en blijven ervan overtuigd dat de Europese instrumenten een duidelijke meerwaarde kunnen bieden op het niveau van onze gemeenschappelijke inspanningen.
Op bilateraal niveau is er regelmatig uitwisseling tussen de respectievelijke bevoegde overheden in het kader van de strijd tegen het terrorisme. België en Luxemburg zullen zich ertoe verbinden deze vruchtbare samenwerking te behouden en te perfectioneren.
Gelet op de huidige uitdagingen waarmee de Europese staalindustrie wordt geconfronteerd, onder meer de wereldwijde overcapaciteit die één van de doorslaggevende structurele factoren is voor de huidige toestand van de staalsector, hebben beide regeringen bevestigd dat de voltooiing van de hervorming van de handelsbeschermingsinstrumenten waarover de EU beschikt een prioriteit is in het handelsbeleid. Een dergelijke modernisering is noodzakelijk om de Europese Unie in staat te stellen onze ondernemingen concurrentievoorwaarden te bieden die op internationaal niveau billijk zijn. Het gaat er niet om een specifieke sector te beschermen tegen buitenlandse concurrentie, maar wel om een maximum aantal leefbare jobs te redden en onze staalindustrie tegelijkertijd de kans te bieden competitief te blijven en over de nodige voorspelbaarheid te beschikken om de investeringen die nodig zijn voor de modernisering van de sector, te kunnen rechtvaardigen. Beide regeringen menen trouwens dat de concrete maatregelen in het kader van deze hervorming van het handelsbeschermingssysteem onder meer zouden moeten gaan over een versnelling van de procedures, met meer transparantie, een grotere voorspelbaarheid en efficiëntie, en de invoering van de instrumenten voor communautaire handelsbescherming.
Er moet zowel intern binnen de Europese Unie als extern worden opgetreden. Daarom moeten de G20 en de OESO worden aangemoedigd een wereldwijd programma op te stellen voor transparantie in de sector en voor de reconversie van overtollige bedrijven.
Wat betreft de landbouwsector, en om de vraag en het aanbod in de melksector in evenwicht te brengen, pleiten de twee regeringen voor vrijwillige en tijdelijke maatregelen om het aanbod te stabiliseren, die gecoördineerd zouden worden en uitgebreid tot de hele EU. Het is verder wenselijk Europese compensaties te verbinden aan de activering van artikel 222.
In dit stadium hebben de Europese steunmaatregelen sinds september 2015 geen duidelijke positieve impact gehad op de prijs van de landbouwproducten (melk en varkensvlees). De twee regeringen nodigen de Europese Commissie uit om bijkomende maatregelen te nemen en budgetten vrij te maken om de situatie aan te pakken.
De Belgische en Luxemburgse regeringen hebben een gedachtewisseling gehad over de sector van de ambachten, die voor onze twee landen van groot belang is, zowel op economisch als op sociaal vlak. Er zullen gedachtewisselingen komen tussen de Belgische en de Luxemburgse overheid om te onderzoeken hoe de knowhow en de plaats van deze sector in het economische weefsel van de twee landen kunnen worden veiliggesteld en gevaloriseerd.
De Belgische en Luxemburgse regeringen hebben hun steun herbevestigd aan de oprichting van een onafhankelijk Europees parket dat de taak zou hebben om inbreuken die een weerslag hebben op de begroting van de Europese Unie te vervolgen. Dit project is een uitstekende maatregel in het kader van de strafrechtelijke samenwerking binnen de Europese Unie. Het zal een belangrijke bijdrage leveren in de strijd tegen de fraude, die nadelig is voor de belastingplichtigen van de Unie. De twee regeringen wensen van harte dat de onderhandelingen over de voorgestelde tekst tegen eind dit jaar worden afgerond.
De strijd tegen criminele activiteiten in cyberspace was een ander gespreksthema van de vergadering. Het efficiënter bekomen van digitale bewijzen zal de strijd tegen het terrorisme en tegen andere vormen van zware criminaliteit in cyberspace versterken. De twee regeringen hebben verder nagedacht over hoe ze deze gegevens sneller kunnen bekomen, met inbegrip van de gegevens afkomstig van de internetproviders, zonder af te zien van de noodzaak van een gepaste proportionaliteits- en wettelijkheidscontrole om het recht op privacy te beschermen.
Luxemburg en België zijn blij met de samenwerking rond een instrument voor risicoanalyse, dat in Luxemburg werd ontwikkeld (MONARC). De twee landen zullen normen, standaarden, goede praktijken en risicobeheermethodes uitwisselen om onder meer de publieke en private sector te ondersteunen om zich te conformeren aan de Network Information Security-richtlijn (NIS) en de algemene verordening over de gegevensbescherming.
De twee regeringen zijn blij met de resultaten inzake fiscaliteit, die werden behaald onder het Luxemburgse en het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Er is grote vooruitgang geboekt op het vlak van de automatische uitwisseling van rulings en de ATA-richtlijn (Anti Tax Avoidance Package). Gelet op de internationale evolutie inzake fiscaliteit (BEPS) hebben de twee regeringen beslist om hun dialoog over alle onderwerpen met betrekking tot fiscaliteit te intensifiëren.
*****
De twee regeringen zijn verheugd over hun uitstekende samenwerking in het kader van de Benelux. Beide partijen hebben de balans opgemaakt van de prioriteiten gerealiseerd onder het Luxemburgse voorzitterschap van het Comité van Ministers, waaraan België zijn volledige steun verleent. De ministers hadden een gedachtewisseling over de voorbereiding van de Beneluxtop die op 3 oktober e.k. zal plaatsvinden in het Groothertogdom. De grote uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd onderstrepen het belang van dit samenwerkingsplatform om de veiligheid en de mobiliteit van de burgers te vergroten en bij te dragen aan hun welzijn. Als laboratorium voor Europa komt het toe aan de drie Beneluxlanden om de Europese integratie verder te zetten door te wijzen op de concrete voordelen van een efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en door initiatieven op te zetten die als basis kunnen dienen voor het Europese beleid.
*****
Wat de bilaterale relaties betreft, hebben de twee regeringen de kwestie besproken van de toegang tot de studie geneeskunde voor Luxemburgse studenten in België. Beide partijen hebben met genoegen genoteerd dat de uitzondering van de RIZIV-contingentering van de studenten die hun diploma van het secundair onderwijs in Luxemburg hebben behaald, zal behouden blijven.
De ministers hebben verder met genoegen vastgesteld dat er een uitstekende samenwerking is tussen België en Luxemburg op het vlak van defensie, en dat de standpunten over de belangrijke assen van het veiligheids- en defensiebeleid gelijklopend zijn. Ze hebben de stand van zaken van de bilaterale samenwerking overlopen en daarbij de mogelijkheden onderzocht om nieuwe vormen van samenwerking te starten op het vlak van operaties of capaciteit of de bestaande samenwerking te verdiepen. Ze hebben ook de voorbereiding van de NAVO-top in Warschau overlopen. Ze herbevestigen hun wens dat de Top uitmondt op een evenwichtige boodschap, die zowel vastberadenheid uitdrukt als openheid voor de dialoog met Rusland, en het belang van de solidariteit en de cohesie tussen de bondgenoten wanneer het gaat om de veiligheidsuitdagingen in het Oosten en in het Zuiden.
De twee regeringen hebben hun tevredenheid uitgedrukt over de goede werking van de Belgisch-Luxemburgse Commissie Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. De twee regeringen herbevestigen hun engagement voor transparantie en een nog nauwere samenwerking ter zake. De gekruiste inspecties in de nucleaire installaties en in de medische sector zullen worden uitgebreid en de uitwisseling van informatie en expertise over thema’s als de reactorvaten van Tihange 2 en Doel 3, de Radonproblematiek en de noodplanning zal worden voortgezet.
In het kader van de voortzetting van de bestaande overeenkomsten tussen het koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, hebben de twee regeringen een bilateraal akkoord ondertekend voor het beheer en de definitieve opslag van Luxemburgs radioactief afval in België. Dit akkoord is een première in Europa, en toont aan dat de twee regeringen deze afvalstoffen op gepaste wijze willen behandelen, in het belang van de burgers. Deze kleine hoeveelheid radioactief afval met een lage activiteit is voornamelijk afkomstig van consumptieproducten uit het verleden, zoals ionisatierookmelders. Dit akkoord erkent trouwens de belangrijke rol van het Onderzoek&Ontwikkeling terzake. Beide partijen hebben zich ertoe verbonden hun instrumenten voor de ratificatie van het akkoord voor het einde van het jaar neer te leggen.
Bijzondere aandacht werd besteed aan de mobiliteitskwesties. Dagelijks gaan bijna 40 000 werknemers die in België wonen naar Luxemburg.
Velen onder hen gaan naar het eerste Luxemburgse station om de trein te nemen naar Luxemburg-Stad, waarbij ze gebruik kunnen maken van de voordelige Luxemburgse treinticketten. Om het modale aandeel van het spoorvervoer in deze grensoverschrijdende verplaatsingen te versterken, hebben de CFL en de NMBS een overeenkomst bereikt om een nieuw product op de markt te brengen dat een grensoverschrijdend NMBS-abonnement combineert met de Luxemburgse mPass. Bijgevolg bieden beide landen sinds 1 oktober 2015 de mogelijkheid aan van een grensoverschrijdend abonnement waardoor de werknemers van Luxemburgse ondernemingen die een overeenkomst hebben gesloten met het Verkéiersverbond in bepaalde omstandigheden kunnen genieten van een voordelig tarief. Verder zijn de twee landen het eens geworden over het principe om een proefproject op te starten voor een unieke tarifering op een specifiek grensoverschrijdend traject.
De NMBS heeft verder een studie gerealiseerd om de voorwaarden te bepalen voor de transformatie van haar buiten dienst gestelde werkplaatsen van Stockem tot een parkeerzone (Park&Ride). Dit project kadert in de mobiliteitsstrategie van de twee landen en in het grensoverschrijdende mobiliteitsschema dat door Luxemburg en het Waalse Gewest werd ontwikkeld met het oog op het ontlasten van de E411. De twee landen vragen aan de CFL en aan de NMBS om hun analyses voort te zetten met als doel de P&R op korte termijn en in verschillende fases in gebruik te nemen onder de vlag van een Belgische projectleider. Een proefproject met een voordeligere tarifering en gratis P&R voor de pendelaars zou operationeel moeten zijn tegen de verandering van de dienstregeling in december 2017.
De ministers nemen nota van de vooruitgang die zowel aan Belgische als aan Luxemburgse kant werd geboekt in de modernisering van de as Brussel-Luxemburg, die sinds 2007 aan de gang is, ook op het niveau van het rollend materieel, met als doel de referentiesnelheid op de lijn tot 160 km/uur te verhogen.
Luxemburg wenst dat de werkzaamheden op deze lijn worden versneld om de duur van het traject aanzienlijk te verminderen. Aan Belgische zijde zullen de NMBS en Infrabel, met het oog op het vervoersplan 2017, opnieuw de exploitatievoorwaarden onderzoeken om de buffertijden tot een minimum te beperken en tegelijk een voldoende exploitatieniveau te behouden.
Op het vlak van de veiligheid is de uitrol van het ETCS-systeem zonder twijfel de grootste uitdaging die de Europese landen de komende jaren moeten aanpakken. Wat de installatie van het ETCS-systeem op het spoor betreft, blijkt dat er verschillen zijn tussen de Belgische en de Luxemburgse spoorinfrastructuur. België heeft aangedrongen op een snelle oplossing en de versterking van de samenwerking tussen de twee landen om de continuïteit van het treinverkeer tussen België en het Groothertogdom Luxemburg te garanderen.
In het kader van de luchtvaart nemen de twee regeringen akte van de haalbaarheidsstudie met kostenbatenanalyse over een eventuele synergie tussen Belgocontrol en de Luxemburgse administratie voor het luchtverkeer. Voorts bevestigen de twee partijen het behoud van de huidige samenwerking tussen Belgocontrol en ANA Lux.
De regeringen zullen zich uitspreken over de invoering van bijkomende synergiën naast de bestaande samenwerking, op basis van oplossingen die de beste verhouding tussen de kost en het soevereiniteitsbehoud bieden.
In het kader van de discussies over de mobiliteit van de werknemers hebben beide regeringen eraan herinnerd dat ze sterk gehecht zijn aan het principe van het vrije verkeer van de werknemers, de vrijheid van dienstverlening en vooral van een loyale concurrentie. Ze zijn overeengekomen om samen te werken in de strijd tegen misbruik, fraude en sociale dumping, vooral in het kader van de detachering van de werknemers, van het zwartwerk en de schijnzelfstandigen.
Het resultaat van het Britse referendum heeft aangetoond dat de mobiliteit een gevoelig thema blijft. Vanuit de bekommernis om de kloof tussen de lidstaten te verkleinen en het vertrouwen van de burgers in de EU te vergroten, engageren beide landen zich ertoe om een billijke gemeenschappelijke visie op de mobiliteit uit te dragen. De principes van een dergelijke gemeenschappelijke visie zullen gebaseerd zijn op het creëren van kwaliteitsvolle jobs, het weigeren van deloyale concurrentie, zowel tussen werknemers als tussen ondernemingen, dit alles op basis van een sterke sociale dialoog en zonder enige vorm van discriminatie. Er zal ook geen enkele tolerantie zijn voor fraude en misbruik.
De regeringen zijn overeengekomen om hun discussies verder te zetten teneinde hun standpunten en acties ter zake te coördineren.
Tot slot zijn België en Luxemburg op het terrein van de geneesmiddelen en de medische voorzieningen van mening dat een nauwere samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie het toezicht op de markt van deze producten zou verbeteren, wat iedereen ten goede komt. Deze samenwerking kan geconcretiseerd worden door een uitwisseling van expertise, bronnen of informatie, om het toezicht op de markt gedurende de hele levenscyclus van de producten te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de inspecties in de productie- en distributiesites, voor de toelatingen om medicijnen op de markt te brengen of nog het beheer van incidenten (waakzaamheid). België en Luxemburg, die reeds op verschillende van deze aspecten samenwerken, verbinden zich ertoe een samenwerkingsakkoord uit te werken om deze aanpak uit te diepen. Bovendien, en in de geest van samenwerking die reeds bestaat op het gebied van de weesgeneesmiddelen, zal een denkpiste worden gelanceerd over de mogelijke synergiën bij het werven van patiënten voor klinische studies en bij het analyseren van de aanvraagdossiers tot terugbetaling en de aankoop van implantaten.
De vertegenwoordigers van de twee landen zijn overeengekomen dat de volgende gezamenlijke vergadering in 2017 zal plaatsvinden in België.