Persbericht

Landbouwraad

Tijdens de Raad Landbouw en Visserij van de Europese Unie op maandag 13 juli heeft Willy Borsus, federaal minister van Landbouw, in overleg met de gewestministers, verschillende thema’s aangesneden, waaronder de melk-, varkens- en suikerprijs.

Hieronder vindt u een overzicht van de boodschappen van de Belgische delegatie aan de Commissie over deze drie thema’s.

 

Melkprijs

De melkprijs vertoont een sterk dalende trend.  We moeten snel en krachtdadig optreden om een nieuwe crisis te voorkomen. België vindt het onontbeerlijk dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid een echt veiligheidsnet biedt aan de veehouders. Met andere woorden een systeem dat bij buitensporige dalingen van de melkprijs de bedrijven in staat stelt om hun activiteiten gedurende een moeilijke periode veilig te stellen en snel de weg terug te vinden naar rendabiliteit wanneer de markt zich herstelt.

De huidige interventieprijs maakt het niet mogelijk deze doelen te bereiken.  De prijs is zo laag dat zelfs onze meest performante veehouders een te lang aanhoudende crisis niet zouden kunnen doorstaan.

België ziet als enig duurzaam antwoord op de buitensporige schommelingen van de melkprijs de invoering van een flexibel en dynamisch mechanisme in de gemeenschappelijke ordening van de markt voor het in aanmerking nemen van de productiekosten.

Dit zou moeten gebeuren in twee stappen.

Vooreerst moet aan het Europees observatorium van de melkprijs, naast zijn gewone taken, de opdracht worden gegeven om informatie te verzamelen over de evolutie van de productiekosten en de winstmarges, rekening houdend met de schommeling van de grondstoffenprijzen in de verschillende lidstaten.

Vervolgens moet worden nagedacht over de mechanismen voor de bepaling van de “crisisdrempels” waaronder gepaste maatregelen genomen zouden worden, in het bijzonder de interventie. Deze denkoefening mag geen taboe zijn.  We moeten durven, de moed hebben eraan te beginnen zonder exclusieven. Intussen moeten we, in de context van een dreigende crisis, ondanks alles toch klaar zijn om te reageren.

België heeft de Raad dus gevraagd om het nu al eens te worden over het principe om de interventieprijs te verhogen voor mageremelkpoeder en boter om snel te kunnen optreden als de verslechtering van de prijs wordt bevestigd. 

Het zou erom gaan een duidelijk en sterk signaal te geven aan de markt.

Anderzijds moeten we de positie versterken van de veehouders in de productieketen dankzij de ontwikkeling van producentenorganisaties.

Om het luik “melk” af te sluiten, heeft België aangedrongen op de noodzaak om snel een opheffing te bekomen van de handelsbarrières van onze handelspartners (in het bijzonder de talrijke buitensporige sanitaire eisen). België rekent op de Commissie om deze ongerechtvaardigde barrières grondig te bekijken.

Andere lidstaten hebben ook een verhoging van de interventieprijs gesteund, zoals met name Roemenië, de Tsjechische Republiek, Frankrijk, Ierland, Spanje.

In reactie op deze vraag heeft de Commissie het volgende gepreciseerd:

- haar voornemen om de openbare interventiemaatregelen en de private opslag van zuivelproducten te verlengen na 30 september 2015;

- haar voornemen om het Europese Melkobservatorium te versterken door de marges en de productiekosten te integreren, zoals gevraagd door België;

- haar steun aan de inspanningen om nieuwe markten te vinden;

- haar voornemen om te werken aan de ontwikkeling van producentenorganisaties.

 

Varkensprijs

Een ander groot probleem dat blijft duren, is dat van het zeer lage prijsniveau voor varkensvlees. De prijzen storten letterlijk in mekaar, terwijl zij in dit seizoen gewoonlijk stijgen. Momenteel zijn ze lager dan de prijzen die golden voor de opening van de private opslag begin 2015.

België heeft het belang benadrukt van een nauw toezicht op de markten door de Commissie, waarbij gewaakt moet worden over de kwaliteit van de cijfers waarop zij haar analyses baseert en waarbij het belang van de analyse van de marges onderstreept wordt. België verwacht van de Commissie ook dat zij een diagnose maakt van de mogelijke evoluties van de markten en kwantitatieve en kwalitatieve prognoses opstelt.  De lidstaten spelen hun rol in de aanlevering van een maximum aan informatie die de Commissie in staat zal stellen om prognoses op te stellen die aanleunen bij de realiteit.

Tot slot moeten alle mogelijke externe commerciële pistes onderzocht worden.

Net zoals – onder andere – Oostenrijk, Frankrijk, Litouwen, Ierland, heeft België gevraagd dat de Commissie snel de nodige maatregelen neemt om deze sector te ondersteunen in deze moeilijke tijden. We moeten snel nadenken over de middelen om het aanbod zo goed mogelijk te beheersen en de export te bevorderen.

In deze geest verwacht België van de Commissie dat zij de toegang tot de Russische markt vergemakkelijkt voor de varkensvleesproducten die niet onder het embargo vallen.

 

Laatste punt dat werd aangesneden door België: suiker

Het is al jaren zo dat de taksen op de productie, voor 50% gedragen door de planters en voor 50% door de suikerfabrikanten, niet meer worden gebruikt om de exportrestituties te financieren. Zij vormen nu een inkomstenbron voor de EU. Ook al worden zij momenteel niet geïnd en om de sector gerust te stellen over deze kwestie voor de twee laatste periodes met quota, wil België de taksen op de productie van nu af aan definitief vaarwel zeggen.

Willy Borsus, federaal minister van Landbouw, verklaarde het volgende: “Ik weiger te aanvaarden dat de eenvoudige wet van de wereldmarkten kwaliteitsvolle en cruciale landbouwsectoren in Europa en in België in gevaar brengen, terwijl onze sociale, sanitaire, milieu- en andere normen, die werden besloten door Europa en waarover ik me verheug, veel hogere productiekosten veroorzaken voor onze producenten dan die in andere delen van de wereld. Ik weiger eveneens de landbouwsector te laten opdraaien voor de financiële gevolgen van het Russische embargo voor onze producten. Dit embargo is een gevolg van het globaal Europees beleid dat niet verbonden is aan een landbouwbeleid.

Tot slot heeft België, bij monde van minister Willy Borsus, het volgende herhaald: “Bepaalde sectoren zijn in crisis, we mogen niet wachten tot de producenten uit de betrokken sectoren grotendeels verdwenen zijn voor we hen helpen die nog overblijven.”