Crowdfunding: de platformen kunnen vanaf 1 februari een vergunning aanvragen

Ter herinnering, het systeem dat werd uitgewerkt door minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO’s Willy BORSUS en door minister van Digitale Agenda Alexander DE CROO is innovatief: het gaat om de toekenning van een belastingvermindering voor de participatie in het kapitaal van een jonge KMO tot 45% voor een microvennootschap[1] en 30% voor de KMO’s.

Er zijn enkele voorwaarden voorzien: het moet gaan om ondernemingen die minder dan 4 jaar geleden opgericht werden. Daarnaast moet de investering zelf gerealiseerd worden voor een periode van 4 jaar. Tot slot mag de KMO hiermee niet meer dan 250.000 € mobiliseren en bedraagt de maximale investering per jaar per belastingplichtige 100.000 €. In de teksten heeft de regering ook bijzondere aandacht besteed aan de vrijwaring van de belangen van de investeerders (vandaar de vergunning voor de platformen).

De regering heeft van de steun aan de KMO’s en aan het scheppen van economische activiteit haar absolute prioriteiten gemaakt, door met name maatregelen te nemen inzake alternatieve financiering, zoals crowdfunding en het nemen van participaties in het kapitaal van startende KMO’s door particulieren. Ter herinnering, crowdfunding is een financieringswijze die bestaat uit een oproep aan het grote publiek om fondsen te verzamelen voor de financiering van een specifiek project via een internetplatform.

De wet die afgelopen december gestemd werd door het parlement, reglementeert het juridische statuut van de crowdfundingsplatformen en hun werking. Dit impliceert dat naast de rechtstreekse investering die vandaag al aanleiding geeft tot een belastingvermindering, de particulier zal kunnen investeren in startende KMO’s via een platform, en dit ofwel rechtstreeks, ofwel onrechtstreeks via een startersfonds of een financieringsvehikel.

De investering via een startersfonds biedt het voordeel voor de investeerders dat de risico’s gespreid worden omdat het fonds niet enkel zal investeren in één KMO, maar in een KMO-portefeuille.

Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie Willy Borsus verklaarde het volgende: “Wij wilden een juist evenwicht vinden tussen de aanmoediging van de investering in risicokapitaal, de bescherming van de investeerders en een zekere flexibiliteit. De KMO’s vormen de ruggengraat van onze economie, omdat zij alleen al 99,2% van de ondernemingen uitmaken (volgens de Belgische definitie, namelijk een onderneming die minder dan 50 werknemers telt). Het is van cruciaal belang om te investeren in deze jonge ondernemingen, in deze starters, en om dit type van voorziening te ondersteunen die een aanvulling is op de ‘klassiekere’ financiële diensten.”

Concreet zijn er vier investeringsmodaliteiten die de belastingvermindering zullen genieten, namelijk:

-           directe investering in een doelonderneming (in aandelen, al van toepassing sinds 1 juli 2015).

-           Investering in een doelonderneming via de commercialisering door een platform (hier is de investeerder directe aandeelhouder van de onderneming).

-           Investering in een investeringsvehikel dat dan investeert in een doelonderneming (“one to one”) – het gaat om een investering via een platform (hier is de investeerder geen aandeelhouder van de onderneming, het is het “vehikel” dat aandeelhouder blijft).

-           Investering in een startersfonds dat dus investeert in meerdere ondernemingen (de verschillende projecten worden samen geplaatst waardoor de risico’s dus gespreid worden).