Verbeterde toegang van KMO’s tot financiering
De Ministerraad heeft deze ochtend de hervorming goedgekeurd van de toegang van KMO’s en zelfstandigen tot financiering, op voorstel van minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO’s Willy Borsus.
In 2013 heeft de regering een wet ingevoerd met betrekking tot de financiering van KMO’s. Deze voorzag nieuwe regels inzake kredieten toegekend aan KMO’s en zelfstandigen. Willy Borsus heeft deze wet geëvalueerd via een uitgebreide enquête uitgevoerd bij 10.000 KMO’s. Het is in deze context dat hij vandaag nieuwe verbeteringsmaatregelen neemt, in overleg met zijn collega’s Koen Geens en Johan Van Overtveldt.
Deze wet was erop gericht een specifiek kader te creëren dat gunstig is voor het krediet aan KMO’s, voor het uitbouwen van een transparante en evenwichtige contractuele relatie tussen kredietgevers en -nemers en voor het vereenvoudigen van de toegang tot financiering voor de KMO’s.
De wet voorzag met name het volgende:
- Een suitability verplichting: de kredietgever moet steeds het type krediet zoeken dat het best is aangepast;
- Precontractuele informatie;
- De communicatie aan de KMO van de belangrijkste redenen voor kredietweigering;
- De vervroegde terugbetaling door de KMO van haar krediet met beperkte wederbeleggingsvergoedingen voor kredieten toegekend vanaf 1/1/2014;
- enz.
De FOD Economie heeft een enquête gehouden waaraan bijna 10.000 KMO’s en zelfstandigen vrijwillig hebben deelgenomen. Deze hoge participatiegraad (meer dan 30%) toont het belang aan dat de KMO’s hechten aan het financieringsthema.
Hervorming van de wet over de financiering
De wet die in overleg met de KMO-organisaties werd uitgewerkt en deze ochtend in eerste lezing door de regering werd goedgekeurd, brengt de volgende wijzigingen aan:
- verbetering van de precontractuele informatie en de begeleiding van de KMO’s: automatische overhandiging van de ontwerpkredietovereenkomst waaraan het summier informatiedocument gehecht is, geven van informatie met inbegrip van de tools om de toegang tot financiering voor de KMO’s te verbeteren;
- de verlichting van de administratieve rompslomp voor de microkredieten (kredieten lager dan 25.000€) voor zover er geen beding is dat een wederbeleggingsvergoeding of zekerheid/waarborg voorziet. Zo is de bank niet meer verplicht een toelichting en een ontwerpkredietovereenkomst te leveren voor microkredieten. De artikelen van de wet van 2013 die een zorgvuldigheidsplicht en een beroep op het best aangepaste krediet voorzien, blijven van toepassing;
- Omkadering van het gebruik van zekerheden en waarborgen:
Ø verbeterde precontractuele informatie (nuttige informatie zoals het bestaan van overheidswaarborgen en impact op de toekenning van het krediet);
Ø mogelijkheid om de zekerheid of waarborg te herzien na de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van het krediet (de weigering moet gemotiveerd worden net als de weigering om het krediet toe te kennen);
Ø mogelijkheid voor elke derde die betrokken is bij de waarborgen om een kopie te vragen van de ontwerpkredietovereenkomst.
- Aanpassing van het systeem van de wederbeleggingsvergoeding:
Ø verhoging van het plafond voor de berekening van de wederbeleggingsvergoeding van 1 naar 2 miljoen euro. Boven dit plafond is de wederbeleggingsvergoeding niet meer beperkt tot 6 maanden, maar kan zij op een andere manier worden bepaald, zonder dat het bedrag hoger mag zijn dan het bedrag berekend volgens de methode vastgelegd in de gedragscode;
Ø deze verhoging van het plafond geldt enkel voor de nieuwe kredieten, er wordt dus geen enkele retroactiviteit ingevoerd;
Ø wat betreft de vroegere kredietovereenkomsten, moet worden opgemerkt dat op initiatief van Ombudsfin, Febelfin en de organisaties die de KMO’s verdedigen, zeer binnenkort een omzendbrief over de behandeling van de zogeheten ‘behartigenswaardige’ gevallen gepubliceerd zal worden door Febelfin ter attentie van de kredietinstellingen.
- Uitbreiding van het toezicht van de FSMA naar de wederbeleggingsvergoedingen;
- Er wordt een nieuw onrechtmatig beding gedefinieerd, namelijk het beding dat de kredietverlener in staat stelt bepaalde bedingen van de kredietovereenkomst ten nadele van de onderneming unilateraal aan te passen.
- Verbetering van bepaalde technische onvolmaaktheden van de wet:
Ø definitie van de notie van onderneming in de zin van de Wet;
Ø uitsluiting van de ondernemingen die deel uitmaken van een groep van vennootschappen die niet voldoet aan de definitie van onderneming in de zin van de wet;
Ø uitsluiting van de mede-ontleners als een van de mede-ontleners geen onderneming is in de zin van de wet;
Ø herziening van de definitie van ‘representatieve KMO-organisatie’ na de intrekking van een oude wet.