De dringende medische hulp beter omkaderd en scherper gecontroleerd
“Solidariteit in geval van dringendheid, ja, gezondheidszorgen ‘à la carte’, neen”
De Ministerraad heeft deze ochtend twee ontwerpen goedgekeurd van minister van Maatschappelijke Integratie Willy Borsus die gericht zijn op de verbetering van het beheer van de medische hulp en op de scherpere controle ervan.
Willy Borsus : “De toegang tot de dringende medische hulp is een fundamenteel recht: elke persoon die aan een aandoening lijdt op ons grondgebied, moet worden verzorgd, ongeacht zijn toestand of zijn statuut. Het gaat om het recht op menswaardigheid. We stellen evenwel een toename vast van de dringende medische hulp, maar ook merkbare kostenverschillen tussen de gemeenten van het land, zelfs gevallen van medisch toerisme. De notie van dringende gezondheidszorgen mag niet in vraag worden gesteld. We moeten daarentegen erop toezien dat deze misbruiken worden bestreden door diepgaandere controlemechanismen in te voeren. Solidariteit in geval van dringendheid, ja, gezondheidszorgen ‘à la carte’, neen.”
Onderstaande tabel toont de bedragen die de voorbije drie jaar werden gewijd aan de dringende medische hulp:
2014 | € 45.427.618,52 |
2015 | € 52.360.140,08 |
2016 | € 55.102.652,10 |
Het is in deze context dat minister van Maatschappelijke Integratie Willy Borsus twee maatregelen heeft voorgesteld aan de regering:
Uitbreiding van het systeem MediPrima naar de huisartsen
MediPrima is het IT-systeem dat het mogelijk maakt om de beslissingen tot tenlasteneming van de medische hulp door de OCMW's te beheren. Het gaat dus om een informatica-instrument dat tot doel heeft om de behandeling van de medische hulp toegekend door de OCMW’s aan onvermogenden te vereenvoudigen, te rationaliseren en te verbeteren.
Een eerste stap werd in 2013 gezet door enerzijds de ziekenhuizen op te nemen in het systeem en anderzijds de personen die geen ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten en die zich niet kunnen inschrijven bij een mutualiteit in België. Deze fase heeft het met name mogelijk gemaakt om de terugbetalingstermijn door de staat aan de ziekenhuizen in te korten van 3 maanden tot 7 dagen (gemiddeld).
De tweede fase, die beoogd wordt door het koninklijk besluit dat deze ochtend door de Ministerraad werd goedgekeurd, beoogt de integratie van de huisartsen in het systeem MediPrima. Vanaf 1 augustus ek, zullen de huisartsen die dat willen, kunnen toetreden tot het systeem. Een volledige en verplichte omschakeling voor alle huisartsen naar MediPrima zal parallel gebeuren met hun veralgemeende overstap op de elektronische facturatie.
Verscherpte controle op de medische kosten
Ter herinnering, de dringende medische hulp (DMH) is een vorm van sociale hulp bestemd voor personen die illegaal verblijven. De minister heeft deze ochtend een wetsontwerp voorgesteld dat de controle wil verscherpen op de medische kosten die voor terugbetaling worden voorgelegd aan de federale staat.
Terwijl het principe van de dringende medische hulp aan mensen die illegaal verblijven behouden blijft, zal de notie van het “dringende karakter” worden gepreciseerd, in overleg met medische deskundigen.
Er zijn twee stappen voorwaarts opgenomen in deze wet:
a) De verscherping van de controles voor de terugbetaling van de medische kosten
De invoering van MediPrima heeft het mogelijk gemaakt de procedures voor alle betrokken partijen te vereenvoudigen en te uniformeren. Dat heeft geleid tot een verbetering van de controleprocedures. Het voorontwerp van wet van minister Borsus beoogt de creatie van een wettelijk kader voor de verscherping van deze controles.
Dat zal worden verwezenlijkt via:
- de mogelijkheid voor de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) om de medische verantwoording te controleren van het ‘dringende’ karakter van de Dringende Medische Hulp;
- de creatie van de functie van controlearts die deze controles zal uitvoeren en tot slot;
- de mogelijkheid om maatregelen te nemen na afloop van deze controles, met name de terugvordering van niet-verschuldigde kosten bij de zorgverleners en de sanctie voor de OCMW’s die hun maatschappelijk onderzoek niet – of slecht – zouden hebben uitgevoerd.
b) Precisering van het “dringende karakter” van de Dringende Medische Hulp
Om recht te hebben op de DMH, moet enerzijds het OCMW via zijn maatschappelijk onderzoek kunnen aantonen dat de persoon ‘onvermogend’ is, en anderzijds moet een arts attesteren dat de medische prestatie past in het kader van de Dringende Medische Hulp.
De beslissingen van de controlearts van de HZIV en de jurisprudentie die daaruit zal voortvloeien, zullen een basis vormen om het dringende karakter van de Dringende Medische Hulp te preciseren, zonder dat dit leidt tot een lijst van ziekten of aandoeningen die al dan niet in aanmerking genomen kunnen worden.
Tot slot zal het wetsontwerp ook de periode die voorafgaat aan de beslissing tot tenlasteneming door het OCMW verlengen van 30 tot 45 dagen, opdat het maatschappelijk onderzoek onder de best mogelijke voorwaarden kan worden uitgevoerd.