Nieuwe maatregelen ten dienste van de maatschappelijke integratie
Inzake sociale bescherming heeft de regering tijdens de begrotingsonderhandelingen de maatregelen gevalideerd die werden voorgesteld door minister van Maatschappelijke Integratie Willy Borsus: een verhoging van het leefloon, een betere terugbetaling door de federale staat aan de kleine OCMW’s en een uitbreiding van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.
1° Verhoging van het leefloon
De uitkeringen inzake sociale bescherming (waaronder met name het leefloon) zullen in 3 schijven verhoogd worden, waarbij rekening gehouden zal worden met de sociale voordelen om de gevallen van inactiviteit en werkloosheid te vermijden, om de armoededrempel uit de enquête EU SILC 2016 die werd vastgesteld op 1115€ voor alleenstaanden sneller te bereiken.
Er zal een budget van 80 miljoen euro aan deze maatregel worden gewijd.
2° Terugbetaling kleine OCMW’s
De staat kent de OCMW’s een subsidie toe in de vorm van een percentage van het leefloon dat regelmatig wordt toegekend. Het overblijvende gedeelte is ten laste van de gemeenten. Er bestaan drie verschillende terugbetalingspercentages, in functie van het aantal begunstigden in de gemeente.
Willy Borsus heeft voorgesteld het bedrag van de subsidie verbonden met het regelmatig toegekende leefloon als volgt aan te passen:
Aantal begunstigden | Huidige situatie | Voorstel |
- 500 | 55 % | 60 % |
500 – 1000 | 65 % | 65 % |
+ 1000 | 70 % | 70 % |
Dit voorstel maakt het mogelijk te evolueren naar een gelijkere behandeling tussen gemeenten met een relatief laag aantal leefloonbegunstigden en de gemeenten met een hoger aantal.
We stellen immers vast dat veel kleine en middelgrote gemeenten een gelijkaardige verhouding vertonen tussen begunstigen en totaal aantal inwoners als de grote steden, ook al blijven zij onder de drempel van 500 begunstigden.
België telt 547 gemeenten met minder dan 500 leefloonbegunstigden (op 589 gemeenten in totaal).
Laten we niet vergeten dat deze maatregel bovenop de verhoging met 10% komt na de veralgemening van het GPMI, de verhoging met 10% na de asielcrisis en de verhoging van de terugbetaling van de dossierkosten per begunstigde.
3° Aanvulling van de federale programmatie van FEAD: hulp aan de meest behoeftigen
Willy Borsus wenste het federale beleid ter ondersteuning van de meest behoeftigen aan te vullen. Het regelmatige overleg met de actoren op het veld (voedselbanken, Rode Kruis, OCMW’s en vzw’s) heeft het immers mogelijk gemaakt twee behoeften te identificeren die momenteel niet gedekt worden door het operationele programma van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), namelijk een logistieke en organisatorische ondersteuning voor de verdeling van voedsel en een materiële hulp voor kinderen en daklozen, de doelgroepen die het meest verzwakt worden door armoede.
a) Luik “logistieke steun”
Het gaat om de ondersteuning van de verdeling van voedselhulp, van de bevordering van de korte ketens en van de strijd tegen de voedselverspilling. Dit zou het mogelijk maken om meer structurele antwoorden te bieden op de logistieke problemen verbonden aan de bevoorrading, de opslag en de inzameling van levensmiddelen met respect voor de normen van de voedselketen.
De minister wil dus polyvalente platformen ontwikkelen in de verschillende provincies om het weefsel te versterken van de actoren die actief zijn in de voedselhulp, partnerschappen aanmoedigen en zo actief strijden tegen de voedselverspilling en de personen die in een precaire situatie verkeren ondersteunen.
Bovendien zou de implicatie van lokale producenten het mogelijk maken om het aanbod van verse producten te diversifiëren en de korte ketens te bevorderen. Tot slot zou de verbetering van de logistiek voor de inzameling en de opslag het eveneens toelaten om de inzameling van onverkochte levensmiddelen te verbeteren.
b) Luik “materiële hulp voor kinderen en daklozen”
Het gaat op de aanvulling van de voedselhulp met een materiële hulp voor de erg kwetsbare doelgroepen van de kinderen en de daklozen. Enerzijds gaat het om het aanbieden van het hoogst noodzakelijke voor persoonlijke hygiëne aan daklozen via hygiënekits. Anderzijds heeft deze hulp betrekking op de aankoop van wegwerpluiers die een aanzienlijk en niet-samendrukbaar deel vormen van het budget van precaire gezinnen met jonge kinderen. De regering heeft in 2015 al middelen vrijgemaakt voor een identiek initiatief dat een groot succes was bij de organisaties die vragende partij zijn voor een vernieuwing van deze actie. De regering heeft meer middelen vrijgemaakt voor 2017, met name door het budget voor de aankoop van luiers te verdrievoudigen om te voldoen aan de vraag.
Dit initiatief wordt becijferd op een totaalbudget van 800.000 € voor twee overheidsopdrachten (550.000 € voor de luiers en 250.000 € voor de hygiënekits).