Vervroegd pensioen voor zware beroepen: ook voor de zelfstandigen
De minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie wenst dat de zelfstandigen, naar het voorbeeld van de werknemers en de ambtenaren, ook kunnen genieten van de mogelijkheid om met vervroegd pensioen te gaan in geval van een zware loopbaan of een pensioensupplement in geval van een zware loopbaan. Voor de minister kan er geen sprake van zijn dat de zelfstandigen minder gunstig behandeld zouden worden.
Momenteel is er nog niets voorzien om een pensioenvoordeel toe te kennen aan de zelfstandigen die een zwaar beroep uitoefenen. Laten we niet vergeten dat vanaf 2019 enkel de zelfstandige die minimaal 63 jaar is en een loopbaan heeft van minimaal 42 jaar met vervroegd pensioen zal kunnen gaan.
Daarom is de discussie momenteel aan de gang om de lijst te definiëren van de zogeheten “zware” beroepen die zullen kunnen genieten van een vervroegd pensioen. Wanneer men weet dat de criteria die momenteel besproken worden in het Nationaal Pensioencomité bijvoorbeeld betrekking hebben op een belastende werkorganisatie, een emotionele werkbelasting, belastende arbeidsomstandigheden om fysieke redenen op het niveau van de werkomgeving of de fysieke belasting, veiligheidsrisico’s, enz., dan kan men begrijpen dat de zelfstandigen niet gespaard worden.
Willy Borsus zei het volgende: “De zelfstandigen worden evenzeer geconfronteerd met belastende arbeidsomstandigheden: de bakker die ‘s nachts werkt ; de horeca-uitbater die ‘s avonds en tijdens het weekend werkt met weinig tijd voor zijn gezinsleven; de landbouwer, de tuinbouwer, de metser en elk ander beroep dat de hele tijd buiten wordt uitgeoefend, en ik vergeet er nog, kunnen zij niet beschouwd worden als zware beroepen? Ter herinnering, bijna 5% van de zelfstandigen die ouder zijn dan 60, zijn op pensioen gesteld door ziekte, met andere woorden, zij kunnen de wettelijke pensioenleeftijd niet bereiken. En dan heb ik nog niets gezegd over het feit dat de zelfstandigen over het algemeen ook nog de stress over de rendabiliteit van hun activiteit en soms over de tewerkstelling van meerdere personen op hun schouders dragen.”
Daarom dringt Willy Borsus erop aan om, met inachtneming van de denkoefening over de andere beroepscategorieën, de zelfstandigen te integreren in de discussie die aan de gang is. Hij heeft het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen er dus mee belast om modaliteiten te bepalen in samenwerking met het Nationaal Pensioencomité. Het doel bestaat erin een Commissie op te richten voor de erkenning van de zwaarte van het werk van de zelfstandigen, geïnstalleerd bij het RSVZ, die geval per geval zal beslissen over de dossiers.
Ter herinnering, ons land telt vandaag 1.058.522 zelfstandigen, van wie 710.485 in hoofdberoep. Nog een veelzeggend cijfer: 68,42% van de zelfstandigen gaat op 65-jarige leeftijd met pensioen, of zelfs later.