Willy Borsus wil de herbiciden voor privégebruik verbieden (waaronder glyfosaat)
Minister van Landbouw Willy Borsus zal binnenkort een besluit voorleggen dat het op de markt brengen en dus het gebruik verbiedt van herbiciden bestemd voor particulieren, (met uitzondering van biopesticiden en basisstoffen zoals azijn). De minister zal ook de CMR2-producten verbieden (=carcinogeen, mutageen en reprotoxisch). Het gaat hier om herbiciden, insecticiden en fungiciden die erkend zijn als “verdacht carcinogene, mutagene en reprotoxische effecten te hebben”. Deze twee productgroepen zullen dus niet meer verkocht of gebruikt kunnen worden in het kader van een niet-professioneel gebruik.
Deze dubbele beslissing past in het kader van de wil van de minister om het gebruik van pesticiden terug te dringen, het gebruik van “bio”-alternatieven aan te moedigen en het voorzorgsbeginsel toe te passen. Gelet op de balans nut/risico, verantwoordt niets nog het gebruik van herbiciden door particulieren. Voortaan zullen andere praktijken (thermische verbrander, gebruik van biopesticiden, mechanisch werk…) het mogelijk maken voor particulieren om het opduiken en het beheer van onkruid te beheersen.
De minister herinnert er bovendien aan dat de openbare raadpleging met betrekking tot het Nationaal Actieplan voor de reductie van pesticiden net afgesloten werd. Er zullen andere maatregelen worden genomen in de toekomst, in het kader van dit plan, over het professionele gebruik, in overleg met de Gewesten, de verschillende sectoren en de deskundigen,… (zoals nieuwe beschermingen ten aanzien van woningen, versterkte voorzorgsmaatregelen en risico-evaluaties…)
Wat betreft het mogelijke belangenconflict dat deze week werd onthuld, heeft de minister aan zijn administratie onmiddellijk gevraagd om:
- over te gaan tot een onderzoek van de impact van de mogelijke verzwijging van studies voor de administratie;
- na te gaan of de aan- of afwezigheid van andere gelijkaardige studies de mening over de kwestie zouden kunnen wijzigen;
- het nodige te doen opdat op Europees niveau de impact van deze onthullingen op de voorstellen en de analyses van de Europese Unie wordt geëvalueerd.
De minister concludeert als volgt: “Ik heb altijd gezegd dat ik waakzaam zou blijven en dat het voorzorgsbeginsel nauwgezet moest worden toegepast. Dat is wat ik vandaag doe.”